5. Voorhouts oorlogsboek

De Tweede Wereld Oorlog is 25 Voorhoutse voorwerpen en meer: Voorhouts oorlogsboek

 

De 27-jarige Voorhoutse kapelaan Hermanus Montanus Johannes (Herman) Stoelinga ziet in één van de klaslokalen van de katholieke Antoniusschool dat meester Speet (een NSB-er) op het bord geschreven heeft:

Christus was geen Jood maar de eerste en beste Nationaal-Socialist.

Het is april 1942. Pastoor W. Warenhoven is al twee weken weg. Warmenhoven is naar Den Haag ontboden en niet teruggekomen.
De kapelaan staat er alleen voor. Via de bisschop krijgt Stoelinga assistentie van pater Tethard Hettema. Beiden voeren een vruchteloos gesprek met Speet. Stoelinga vertelt Speet dat hij met behoud van salaris geschorst wordt.

Enkele dagen later wordt Stoelinga opgebeld en krijgt hij vanuit Den Haag de opdracht om zich nog dezelfde dag om 15.00 uur op het Binnenhof te melden. Als hij bevestigend antwoordt op de vraag of er wellicht een pater op de pastorie woont, krijgt hij te horen dat die mee moet komen.
Stoelinga zit een maand gevangen in de Scheveningse gevangenis (Oranjehotel). Zes maanden wordt hij geïnterneerd in het Polizeiliches Durchgangslager in Amersfoort. Hij maakt er verschrikkelijke dingen mee. Dorst, honger, zwaar lichamelijke arbeid, strafexpedities, executies en nog veel meer.
Zijn bevindingen verwoordt hij in het in 1947 verschenen boek:
Tussen prikkeldraad en mitrailleurs.

* Terug naar de openingspagina met lijst onderwerpen.